Plaats: St. Moritz, Zwitserland
Datum: 30 januari-8 februari 1948
Aantal deelnemende landen: 28
Aantal deelnemende atleten: 669, van wie 77 vrouwen
Officieel geopend door: Enrico Celio, president van de Zwitserse Federatie
Olympische eed afgelegd door: Riccardo (Bibi) Torriani (ijshockeyer)

Aantal Nederlandse deelnemers: 4, geen vrouw
Nederlandse vlaggendrager: Jan Langedijk (schaatser)

De Winterspelen van 1940 waren aanvankelijk toebedeeld aan het Japanse Sapporo. De Japanners moesten echter in 1938 van de organisatie afzien omdat het land in oorlog was geraakt met China. Daarna zou St. Moritz de Spelen onder zijn hoede nemen, maar de Zwitsers kregen onenigheid met het IOC over het toelaten van skileraren aan de alpinenummers.

Ten einde raad vroeg het IOC daarom aan Garmisch-Partenkirchen, waar alle accommodaties van 1936 nog beschikbaar waren, om de Spelen opnieuw te organiseren, hoewel het het eigenlijk onwenselijk was ze twee keer achtereen op dezelfde plaats te houden. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verhinderde de doorgang ervan. Bij de IOC-vergadering van 1939 in Londen was bepaald dat het Italiaanse Cortina d'Ampezzo de Winterspelen van 1944 zou krijgen. Ook deze gingen uiteraard niet door.

Uiteindelijk was St. Moritz het decor van de eerste Olympische Winterspelen na de Tweede Wereldoorlog. Nog voor de Spelen begonnen, ontstond er al een enorme rel rond het ijshockeytoernooi. Het Amerikaanse team was naar Zwitserland gekomen met twee ijshockeyploegen: een werd erkend door het Amerikaans Olympisch Comité, de andere was aangesloten bij de Internationale IJshockeyfederatie, onder wier auspiciën het Olympisch toernooi werd gehouden. De ruzie over wie mee mocht doen liep zo hoog op dat het IOC het gehele ijshockeytoernooi wilde annuleren.

Daar kwam het door protesten van het Zwitsers Olympisch Comité net niet van. Er werd ten slotte bepaald dat het ene Amerikaanse team in het openingsdefilé zou meelopen en het andere in het toernooi zou meespelen. Maar als de Amerikanen een der drie ereplaatsen zouden bezetten dan hoefden ze er niet op te rekenen dat het IOC hen medailles zou toekennen. De Verenigde Staten eindigden als vierde en werden later uit de eindrangschikking geschrapt. Canada won het Olympisch ijshockeytoernooi slechts op doelgemiddelde. In de Tsjechische ploeg die als tweede eindigde, speelde Jaroslav Drobny mee. Hij werd in 1954 tenniskampioen op Wimbledon.

Twaalf jaar na zijn Olympisch debuut in Garmisch bleek schaatser Jan Langedijk nog altijd van grote klasse: hij werd op de vijf kilometer vijfde en op de tien kilometer zesde. De jonge Kees Broekman, tegen wie Langedijk op beide afstanden reed, werd zesde op de vijf kilometer en vijfde op de tien kilometer. Evenals in 1928 hadden de schaatswedstrijden te lijden onder wisselende weersomstandigheden. De Nederlanders werden er door gedupeerd.

Medailleoverzicht

1. Zweden 4 3 3
2. Noorwegen 4 3 3
3. Zwitserland 3 4 3
4. Verenigde Staten 3 4 2
5. Frankrijk 2 1 2

Geen Nederlandse medailles