Olympische Spelen van Beijing 2008

Plaats: Beijing, Hongkong, Qingdao (China)
Opening: 6 augustus 2008
Sluiting: 24 augustus 2008
Opening verricht door: Hu Jintao, president Volksrepubliek China
Vlam ontstoken door: Li Ning, turner

Deelnemende landen: 204
Sporters: 10.903
Aantal Nederlandse deelnemers: 237
Aantal sporten: 28
Medaille-evenementen: 302

Nederlandse medailles:
16 (7 - 5 - 4), 12de in landenklassement

Chef de mission: Charles van Commenée
Nederlandse vlaggendrager opening: Jeroen Delmee (hockey)
Nederlandse vlaggendrager sluiting: Maarten van der Weijden (zwemmen)

Het Nederlands Olympisch Team veroverde bij de 29ste editie van de Olympische Zomerspelen in Beijing 2008 zestien medailles: zeven keer goud, vijf keer zilver en vier keer brons. Dat zijn in totaal weliswaar minder plakken dan tijdens de vorige Spelen in Athene 2004, maar wél hebben er meer verschillende sporten en sporters bijgedragen aan de totale medailleopbrengst. Nederland eindigde hiermee uiteindelijk maar net (twaalfde) buiten de geambieerde top 10.

Los van het aantal medailles is het Nederlands Olympisch Team een uitstekend visitekaartje gebleken van Nederland en heeft het ten tijde van de Spelen het Nederlandse publiek in positieve zin verrast. Uit consumentenonderzoek is gebleken, dat twee op de drie Nederlanders zich identificeren met de sporters op tv. Men voelt zich trots. Een nog hoger percentage (80 procent) is van mening, dat Nederland internationaal meetelt op het gebied van sport.

Periode 2004-2008
Er is in de Olympische cyclus 2004-2008 veel gedaan met de conclusies en aanbevelingen uit de evaluatie van de Olympische Spelen van Athene 2004. Nagenoeg alle 239 leden van het Nederlands Olympisch Team van Beijing zijn in de voorbereiding één of meerdere keren naar Azië geweest om de specifieke omstandigheden aan den lijve te ondervinden. Verder is er in de aanloop naar Beijing, conform de wens van de coaches, veel geïnvesteerd in fysieke training. Maar ook zijn er de afgelopen vier jaar verschillende zaken gerealiseerd, die naar verwachting ook op de langere termijn zeker effect zullen sorteren, zoals de regeling 'Coaches aan de Top' en verbeteringen op het gebied van talentontwikkeling. Al met al zijn er op weg naar Beijing 2008 meer internationaal concurrerende programma's gerealiseerd. Hiermee zijn sowieso de voorwaarden gecreëerd om in de toekomst beter te presteren.

Prestaties Beijing
Voor een correcte beoordeling van het optreden van het Nederlands Olympisch Team in Beijing, moeten de prestaties van meerdere kanten worden belicht. Dankzij de zeven gouden medailles steeg Nederland ten opzichte van Athene (vier keer goud) zes plaatsen in het medailleklassement, waar goud bepalend is, en bleef het met een twaalfde positie maar net buiten de geambieerde top 10. Bij de Spelen van Sydney en Athene werd het gros van de medailles bovendien veroverd door drie uitblinkers, terwijl in Beijing meerdere teams en individuen succesvol waren.

Meer spreiding
In Sydney behaalde Nederland 25 medailles in negen sporten en werden de twaalf gouden medailles verdeeld over vijf sporten. In Athene waren zeven sporten goed voor 22 medailles en werden de gouden medailles verdeeld door drie sporten, terwijl in Beijing wederom negen sporten tekenden voor de zestien medailles en zes sporten de zeven gouden plakken wonnen. Nog nooit eerder in de Olympische geschiedenis werd door zeven verschillende sporters/teams goud gewonnen. Er is dus meer spreiding gekomen en dat is in het algemeen goed voor de Nederlandse sport.

Top 8-posities
Het Nederlandse uitgangspunt voor deelname aan de Olympische Spelen is dat men een 'redelijke kans op een plaats bij de beste acht' heeft. In Beijing werd vijftig keer een top 8-klassering gehaald, wat neerkomt op 41 procent van het aantal inschrijvingen. Dit is iets hoger dan het percentage van Athene 2004 en nagenoeg gelijk aan Sydney 2000.

Naar vermogen gepresteerd?
De vraag of er in Beijing naar vermogen is gepresteerd, kan worden beantwoord door de resultaten van de laatst gehouden WK's als het potentieel van het Nederlands Olympisch Team aan te nemen. Op de heenvlucht nam Nederland aan 'bagage' vijf keer WK-goud mee, acht zilver en zeven keer brons, in totaal dus twintig medailles. Met deze verdeling was Nederland in het medailleklassement fictief vijftiende geworden. Op de terugvlucht stond de teller op zeven keer goud, vijf keer zilver en vier keer brons; goed voor een twaalfde positie op de ranglijst.

Het totale aantal potentiële medailles is dan weliswaar niet gehaald, maar kijkend naar het aantal gouden medailles, het medailleklassement en ook de top 8-posities, is de conclusie dat het Nederlands Olympisch Team in de meeste opzichten naar vermogen heeft gepresteerd. De oorzaak van het mindere aantal totale medailles, ligt bij een beperkt aantal sporten dat niet aan de verwachtingen heeft voldaan. Drastische maatregelen of een -koerswijziging op generieke thema's voor de komende periode zijn daarom niet noodzakelijk. Maar bij een enkele sport zal er kritisch gekeken moeten worden hoe in de toekomst succes weer bereikt wordt.

Op weg naar Londen 2012
De belangrijkste algemene aanbeveling op weg naar Londen 2012 en verder is om het ingezette topsportbeleid te continueren. Concreet betekent dit onder meer, dat er primair geïnvesteerd zal worden in aantoonbaar mondiaal succesvolle programma's (in plaats van projecten en individuele sporters). Doel hiervan is een sterke en stabiele topsportinfrastructuur te garanderen en een grotere 'vaste kern' van succesvolle sporten te creëren. Om dit te bereiken blijft de aanstelling van fulltime coaches een essentiële factor, dus ook de regeling 'Coaches aan de Top' dient te worden voortgezet. Hetzelfde geldt voor de combinatie chef de mission en technisch directeur, omdat hierdoor slagvaardiger kan worden gehandeld.

De evaluatie van Beijing 2008 heeft ook een aantal specifieke aanbevelingen opgeleverd. Om de aansturing en coördinatie binnen de topsportprogramma's te verbeteren, moeten er bij de bonden meer technisch directeuren worden aangesteld. Verder dient bijvoorbeeld de inkomenspositie van topsporters te verbeteren, zodat er meer recht wordt gedaan aan hun maatschappelijke positie. Voorgesteld wordt een gedifferentieerd stipendium te ontwikkelen, waarbij rekening wordt gehouden met leeftijd en gezinssituatie van de topsporter.

Met de toenemende ambitie van veel andere landen en de stijgende kracht van de toplanden, zullen er meer inspanningen (zowel qua begeleiding als financieel) nodig zijn om in de top 10 te komen en te blijven. Een grotere bijdrage vanuit de overheid en andere collectieve middelen is noodzakelijk om de investeringen in topsportprogramma's te (blijven) financieren.

Nederlandse medaillewinnaars Olympische Spelen 2008

Goud:
Baanwielrennen: Marianne Vos (puntenkoers)
Hockey: vrouwenteam
Paardensport: Anky van Grunsven (dressuur individueel)
Roeien: Marit van Eupen en Kirsten van der Kolk (lichte dubbeltwee)
Waterpolo: vrouwenteam
Zwemmen: Maarten van der Weijden (10 km open water)
Zwemmen: estafettevrouwen (4x100 meter vrije slag)

Zilver:
Judo: Deborah Gravenstijn (tot 57kg)
Paardensport: Imke Schellekens, Hans-Peter Minderhoud, Anky van Grunsven (dressuur team)
Roeien: Vrouwen Acht
Zeilen: Lobke Berkhout en Marcelien de Koning (470)
Zeilen: Merel Witteveen, Mandy Mulder, Annemieke Bes (Yngling)

Brons:
Judo: Edith Bosch (-70 kg)
Judo: Henk Grol (-100 kg)
Judo: Ruben Houkes (-60 kg)
Judo: Elisabeth Willeboordse (-63 kg)

Bronnen:

  • NOC*NSF
  • Olympisch Oranje, Ton Bijkerk (Tirion Sport, 2008)