Woordenboek

Het gesprek met elkaar aangaan over talentontwikkeling. Daar is een gezamenlijk gecreëerd begrippenkader voor nodig. Immers, als de gesprekspartners iets anders bedoelen met hetzelfde woord of thema, praat men langs elkaar heen en is het ingewikkelder om tot begrip, afstemming en uiteindelijk verbetering te komen. Een gezamenlijk begrippenkader is nooit goed of fout en moet tot stand komen op basis van de dialoog.

Onderstaand woordenboek geeft een overzicht van de duiding die NOC*NSF voor bepaalde thema’s hanteert en die een vertrekpunt kunnen zijn voor het creëren van de eigen sport specifieke definiëring.

Complexiteit van sporten (open versus gesloten sporten)

De complexiteit van een sport speelt niet alleen een belangrijke rol in het te maken aantal effectieve trainingsuren, maar ook in de analyse over potentie van jongeren. Drie aspecten spelen hierin een rol, namelijk:

  • Sporten kunnen worden ingedeeld in de categorie ‘open skills’: bewegingen moeten aangepast worden aan een constant veranderende omgeving en kennen daardoor geen duidelijk begin en einde (bijvoorbeeld voetbal). En we kennen de categorie ‘gesloten skills’: bewegingen vinden plaats in een stabiele en voorspelbare omgeving en hebben daardoor een duidelijk begin en einde van de beweging (bijvoorbeeld roeien);

  • Er is een verschil in sporten in het aantal onderscheidende kenmerken. Waar vermogen een belangrijk kenmerk kan zijn voor een baanwielrenner, zal een tennisser over meer kenmerken moeten beschikken om het mondiale podium te behalen;

  • Er is ook een verschil in prestatiedichtheid en deelnemersveld tussen de sporten. Dit is respectievelijk de onderlinge afstand tussen prestaties, binnen een medaille-onderdeel, rekening houdend met het aantal sporters/teams dat in staat is een bepaalde prestatie te leveren en de deelnemers aan een medaille-onderdeel, in de betreffende competitie (bijvoorbeeld OS/PS/WK/World Cup).
Leeftijd

We onderscheiden een viertal leeftijden binnen het thema ‘leeftijd van een sporter’: kalenderleeftijd, biologische leeftijd, relatieve leeftijd en trainingsleeftijd. 

Meerjarenopleidingsprogramma (MOP)

Een meerjarenopleidingsplan beschrijft het programma voor de opleiding tot het vak van topsporter. Het beschreven programma is aan een internationale benchmark onderworpen en wordt ook wel het curriculum of leerplan voor de opleiding tot het vak van topsporter genoemd. Het beschrijft per leeftijds- en opleidingsfase de tussen- en einddoelen en uit te voeren activiteiten en op welke wijze dit gemonitord en getoetst kan worden.

Podium leeftijd

De podiumleeftijd is de leeftijd waarop mag worden verwacht dat een sporter kan strijden voor podiumplaatsen op een toonaangevend mondiaal seniorenevenement.

De reis

Talentidentificatie en -bevestiging programma, talentontwikkeling programma, topsportprogramma, zij-instroomprogramma en opleidingsprogramma..

Sensitieve periode

Sensitieve perioden zijn perioden waarin het lichaam gevoeliger lijkt voor bepaalde trainingsprikkels en hierdoor de kans bestaat om binnen deze perioden een optimaler leereffect te realiseren. Buiten deze perioden is nog steeds een leereffect mogelijk, maar zal het hoogstwaarschijnlijk meer tijd en moeite kosten om tot dezelfde uitkomst te komen.

Talentprofiel

Een talentprofiel geeft een korte, objectieve beschrijving (op basis van leeftijd, prestaties, techniek, tactiek, fysiek en prestatiegedrag) van toetsbare vereisten waaraan een sporter moet voldoen op weg naar het toekomstige mondiale seniorenpodium.

Talentvol

Een definitie van het begrip talentvolle sporter is niet eenvoudig te geven. Vrijwel alle bestaande definities bevatten de componenten ‘bovengemiddelde aanleg’, ‘begaafdheid’ en/of ‘de potentie om de top te halen’.