Plaats: Chamonix, Frankrijk
Datum: 25 januari-5 februari 1924
Aantal deelnemende landen: 16
Aantal deelnemende atleten: 258, van wie 13 vrouwen
Officieel geopend door: Gaston Vidal, staatssecretaris voor Lichamelijke Opvoeding
Olympische eed afgelegd door: Camille Mandrillon (skiër)

Nederland was niet vertegenwoordigd

In juni 1922 hield het Franse Olympische comité een congres, waar vertegenwoordigers van de skisport, de schaatssport en het ijshockey gezamenlijk besloten om begin 1924 een internationale wintersportweek te organiseren. Oorspronkelijk werden deze wedstrijden niet beschouwd als Olympische Winterspelen. Wel besloot men dat ze waren gehouden onder patronage van het Internationaal Olympisch Comité.

Pas op 25 mei 1925, tijdens het IOC-congres in Praag, besloot het IOC officieel on naast de Zomerspelen ook Olympische Winterspelen te houden. Tijdens een volgende sessie van het IOC, begin mei 1926 in Lissabon, werd de wintersportweek in Chamonix in 1924 met terugwerkende kracht benoemd tot eerste Olympische Winterspelen, overigens met slechts twee (Nederlandse) stemmen tegen!

Canada fluitend naar ijshockeygoud
Canada was met een zeer sterk ijshockeyteam naar Chamonix getogen om de Europese concurrentie het hoofd te bieden. Maar dat bleek absoluut niet nodig te zijn geweest. De Canadezen lagen in ontwikkeling nog mijlenver voor op de andere deelnemende landen. De scores waren lachwekkend: zij versloegen de Tsjechen met 30-0, de Zweden met 22-0, de Zwitsers met 33-0 en de Britten met 19-2. In de finale beperkte de ruw spelende ploeg van de Verenigde Staten de nederlaag tot dragelijke proporties: 6-1. Topscorer bij de Canadezen was Harry Watson met 38 treffers!

Hoe vreemd het ook klinkt, de officiële rangschikking bij het skispringen kwam pas vijftig jaar later tot stand. Op de derde plaats eindigde volgens de uitslag in 1924 de Noor Thorlauf Haug en als vierde de Amerikaan (van Noorse origine) Anders Haugen. Maar in 1974 ontdekte een andere Noorse deelnemer van 1924, Strsömberg, dat de jury destijds bij het overbrengen van de gesprongen afstand naar een puntentotaal een telfout had gemaakt. Haugen had derde moeten zijn en dus de bronzen medaille verdiend en niet Haug.

Deze laatste was al in 1934 overleden, maar Haugen (86 inmiddels) leefde nog. Met instemming van het IOC wilde Haugs dochter, Anne-Marie, hem alsnog het brons overhandigen. Maar dit stuitte bij de oude heer die in een Californisch dorpje woonde, op ernstige bezwaren. Het was nu eenmaal gebeurd en daar moest men een halve eeuw later niet meer op terugkomen, vond hij. Hij bezweek pas voor het argument van Anne-Marie dat haar vader zeker niet anders dan zijn dochter zou hebben gehandeld. En zo kreeg Anders Haugen alsnog zijn bronzen medaille.

Medailleoverzicht

1. Noorwegen 4 7 6
2. Finland 4 3 3
3. Oostenrijk 2 4 0
4. Verenigde Staten 1 2 1
5. Zwitserland 1 0 1

Nederland niet aanwezig